Tijdens mijn reis naar Frankrijk viel het verschil in het verkeer tussen de verschillende landen weer op.
In Nederland houdt men zich strikt aan de regels, men neemt voorrang als het mag. Je bent een gelijkwaardige verkeersdeelnemer. Het is in ieder geval duidelijk.
In Zeeland veranderde dit deels. Daar waren namelijk veel Duitsers op vakantie. Duitsers blijken namelijk veel hoffelijker met fietsers (velomobielen) om te gaan. Zij wachtten vaak en gaven voorrang, terwijl dat strikt genomen niet nodig was.
De Belgen lijken hier een beetje tussenin te zitten.
In Frankrijk wachtten automobilisten geduldig totdat ze veilig konden passeren. Als er een doorgetrokken streep was werd er meestal gewacht, totdat passeren weer toegestaan was. Ook als ik met vijf kilometer per uur tegen een heuvel opklauterde. Daarnaast zijn er in Frankrijk natuurlijk veel minder fietspaden. Zelfs op grotere wegen kan men fietsers tegenkomen, en men ging altijd ruim om mij heen. Natuurlijk zijn gescheiden banen veiliger, maar men lijkt er in Frankrijk misschien wel meer bewust van te zijn dat men banen deelt met andere verkeersgebruikers. Natuurlijk kan ook meespelen dat een fietser op de weg een zeldzaamheid is, en dat dit tot meer tolerantie leidt.
En een velomobiel was natuurlijk helemaal een verschijning, men groette, stopte om te fotograferen, claxonneerde, en wilde eindeloos praatjes maken. Vaak niet over de prijs, zoals in Nederland, maar over de aandrijving: Electrique ou pedaler? Pedaler..
Pagina's
▼
maandag 31 augustus 2015
Onweer
Lichte regen stond er op buienradar. Binnen een paar minuten flitste het aan alle kanten om mij heen. Ik ben omgedraaid. Onweer in de polder voelt niet veilig. De Bak is geen kooi van Faraday.
dinsdag 25 augustus 2015
Dag 19 - Terug naar huis
Elke dag maak ik plannen, die ik bijna nooit haal. Zo had ik gisteren Mechelen als doel, maar kwam ik net voorbij Geraardsbergen. De dag ervoor wilde ik naar Cambrai, maar kwam ik niet verder dan Saint-Quentin. Wat is dat toch met die doelen die we ons zelf stellen. Maar ja, mijn hoofddoel was om in 4 dagen thuis te zijn. Waar zou ik vandaag eindigen. Ik wilde wel naar huis, maar dat was nog ongeveer 300 kilometer. Zover heb ik nog nooit achtereen gefietst. Het lastige met de track van de Europafietsers is dat ik nauwelijks een goed idee heb welke plaatsen ik langskom. Op de GPS is dat niet goed zichtbaar te maken (door mij). Dus plannen is lastig. Ik denk dat het bij je hebben van het boekje handig is, om zo een beter overzicht te hebben. Op camping 'De Gavers' stonden nog enkele andere fietsers. Twee zwagers, op weg naar Santiago, heel goed voorbereid. Ze hadden dezelfde fietsen gekocht. Ze hadden ook dezelfde verzetten, en hadden het boekje. Ze hadden geen GPS en misten de track toch wel. Ik moet er niet aan denken. Bij elke bocht in dat boekje te kijken of je rechts- of linksaf moet. Bovendien is de kaart in het boekje niet voldoende om de wegen te bepalen, dus je moet lezen. Maar zij hadden een standaard op het stuur, dus het ging allemaal wel. Alles was gepland, 70 kilometer per dag en zij wilden na ongeveer 5 weken aankomen. Zij gaan het denk ik wel redden. Er stond ook een man die alleen fietste. Hij had drie weken vakantie en wilde ook naar Santiago. Hij had een enorme pens, en pafte ook nog fiks. Gaf aan dat hij niet getraind en onvoorbereid was. De eerste dag was geen succes geweest. Hij was uit Amersfoort vertrokken, tot Breda gereden en het toen zo zat, ook vanwege het slechte weer, dat hij een hotel had opgezocht. Op dag twee was hij naar Geraardsbergen gereden, toch zo maar even 150 kilometer, hij was er trots op en met recht. Maar eten had hij geen zin in, dus het was de McDonalds geworden. Als je 3 weken hebt, en naar Santiago wilt, dan moet je gemiddeld 125 kilometer per dag doen. Daar heb je discipline voor nodig. Ik zie het hem niet doen en ik denk niet dat hij het leuk gaat vinden. Hij wilde nu met de twee zwagers een dagje meefietsen. Zij reden maximaal 16 kilometer per uur, gemiddeld 12. Achteraf had ik hem willen aanraden om wat minder te fietsen en meer te gaan genieten.
Maar ja, hoe zit dat dan met mij? Ik rij in 4 dagen terug. Het is zwaar, ik heb het niet altijd leuk gevonden. De fiets is meer een vervoermiddel. Ik heb de heuvels vervloekt, net als het lege Franse land, zonder enige voorzieningen. En nu dan de laatste dag. Ik heb op deze dag veel Santiago fietsers gezien, meer dan alle dagen hiervoor. Tot nu toe had ik vier mensen met bagage op de track zien fietsen. Op deze camping stonden 5 fietsers, en ik kwam er nog zeker een stuk of 10 tegen. Is het toeval, of geven een hoop mensen het op na Geraardsbergen, als de eerste glooiingen beginnen? Ik heb geen idee, maar het viel wel op. In ieder geval vertelden zij mij dat ik geen heuvel meer zou tegenkomen. Mooi!
Uiteindelijk kon ik pas om kwart voor 9 weg. De oorzaak was het laden van mijn batterijen voor de GPS. Dat was hard nodig en kon bij de receptie, die helaas later openging dan verwacht. De route liep eerst verder langs 'De Dender' richting Ninove om vervolgens een aantal oude spoorwegen op te pakken. Lekker lange rechte stukken.
De Dender |
Ik kon er net langs |
Na 70 kilometer kwam ik in Mechelen, zag er prachtig uit, maar ik ben direct door gereden.
Verder door het Vlaamse land. Langs de Nete naar het mooie stadje Lier, waar ik vorig jaar ook al langs was gefietst ging het verder richting Breda.
De Nete, een getijde rivier |
Grotendeels door rommelig Vlaams landschap wat mij niet kan bekoren. Veel stinkende landbouw, overal bebouwing, geen natuurgebieden. Het weer hielp ook niet, het werd langzaamaan minder en begon te miezeren. Opeens zag ik de windmolens, die staan vlakbij de grens. De route leidde nog even naar het fietspad langs het beekje 'Mark'. De kwaliteit van het fietspad liet te wensen over, ook de passages over de beek waren niet altijd evident.
Bij onderstaande paal werd de kwaliteit van het fietspad snel beter, rond 4 uur was ik in Breda. na een korte stop wilde ik verder.
De track leidde richting Dordrecht. En dan ben je om een uur of 6 al in Zuid-Holland, bij het Hollandsch Diep. In Zuid-Holland ben ik bijna thuis, denk je... Via Dordrecht langs de westkant van Rotterdam. De eerste twee veren gingen snel, de laatste die ik nodig had, bij Krimpen aan de IJssel, had om kwart voor acht zijn laatste afvaart. Ik was er om tien voor 8. Omrijden, naar de eerste brug, pfff. Het regende inmiddels, het was vies en koud, bah. Vervolgens prachtige fietspaden langs de Rottemeren, met uitzicht op de verlichte skyline van Rotterdam. Maar ik was bang dat er op een gegeven moment weer een pont zou komen, dus ik besloot een grotere weg naar Zoetermeer te volgen. Had ik het maar niet gedaan... Zoetermeer is zo'n dwaalstad, maar gelukkig heb ik uiteindelijk de weg naar Leiden gevonden. Op dit fietspad naar Leiden een voor mij handige noviteit. Kattenogen midden op het fietspad maakte het een stuk gemakkelijker om door te blijven fietsen, ook als je door tegenliggers verblind wordt. Nog even probeerde bij Sassenheim de McDonalds mij te verleiden, zonder succes. Het moet er wel heel erg aan toe zijn met mij wil ik daar vrijwillig gaan eten, ik vind het helemaal niets. Ik dacht aan de fietsers die Parijs - Brest - Parijs, een vier keer zo'n lange afstand rijden. Ik heb groot respect voor hen. Ook ik zag allerlei beelden op de weg. Allerlei rare vormen op de weg. Ik was moe, mijn geest kon de spiegelingen op de natte fietspaden niet meer goed zien. Ik had continu angst voor een klapband, want beide banden waren aan het einde van hun levensduur en gingen hobbelen op de resten van het kale canvas. Al sinds Noord-Frankrijk speelde dit probleem, ik had, volgend mij naar voorbeeld van Peter de Rond, stevig zacht klittenband over het dunne gedeelte geplakt. Ik had een reserveband bij me, maar een ander type, en ik zou scheef gaan rijden, maar even uitstellen. In Nederland begon ook mijn ander band te hobbelen. Het voelde een beetje als Russische roulette. Via de Haarlemmermeer terug naar huis, zonder klapband.
Dag afstand: 308 kilometer, voor mij een dagrecord. Maar dat telde eigenlijk niet. Ik was thuis.
Totale afstand reis: 1545 kilometer.
maandag 24 augustus 2015
Dag 18 - De terugreis - Saint Quentin - Geraardsbergen
Het weer was goed en ik vertrok op tijd. Eerst langs het 'Canal de Saint Quentin', de eerste 7 kilometers lekker vlak doorkarren. De eerste 5 procent alweer gedaan, dat schiet op.
Vervolgens door een glooiend landschap langs de bron van de Schelde en door de vallei van de Schelde. Prachtig fietsgebied.
Hier de eerste lekke band, een doorntje verwijderd en weer verder. De regio lijkt rijker dan meer naar het zuiden, moioe goed onderhouden huizen, een plezierige sfeer. De hobbelende linker voorband blijft echter een zorgenkindje. Het rijdt eigenlijk wel lekker en daar is Cambrai al. Een grotere stad waar ik met ongeveer 50 via een lange afdaling naar binnen suis.
Hier begint de linker voordemper wel erg te kreunen. Naast de rollende balletjes begint hij hier vervaarlijk te kraken. Er zou toch niet echt iets aan de hand zijn. Op het centrale plein is het kermis en pardoes rij ik meteen tegen het verkeer in. Ja, die track die komt vanuit het noorden. De terrasjes zijn open, ik ben in Noord-Frankrijk het gaat goed. Uiteindelijk een terras waar ook wat broodjes te eten zijn en ik heb mij weer lekker volgestouwd. Nu had ik de angst dat na Cambrai de Ardennen langzamerhand wel zouden beginnen, dat viel mee, het landschap werd nog platter dan dat het al was. Ik rij de stad uit over lange, goede doorgaande wegen, waar het gas er goed op kan. Ik passeer enkele energie centrales. Je zou ze maar in je achtertuin hebben. En wij klagen over windmolens.
Inmiddels ben ik in het gebied gekomen dat 'la porte de Hainaut', de poort van Henegouwen, dat is bijna België. Ik rij over een mooi fietspad door het bos en voel de grens dichterbij komen. Nog even en het Vlaams zal weer gesproken worden. Op de grens is alleen nog een bronzen grenswachter, die iedereen vriendelijk laat passeren.
En ik ben in België bij Brunehaut. Geen Kemmelberg, maar een weg met de typische Belgische betonplaten. Al snel heb ik het jaagpad naar Tournai te pakken. Heerlijk vlak weer. Waar blijven die Ardennen. Van mij hoeven ze niet te komen.
Wel besluit ik hier om een wat langere stop te maken. De voordemper kraakt verschrikkelijk en ik wil proberen dat op te lossen. Ik heb kopervet en alle sleutels bij mij, dus waarom niet. Na drie kwartier prutsen heb ik het voor elkaar, en warempel, er komt geen geluid meer uit de demper. Verontruste passerende vroegen zich ongerust af of ik gecrasht was.
Na Tournai begint het te glooien, ik kijk dat zo eens aan en moet er eigenlijk binnensmonds om lachen. Dit is geen uitdaging meer. Ok, het gaat even langzamer heuvelop, maar zwaar is het niet.
Uiteindelijk beland ik in Lesinnes, de laatste franstalige plaats. Zoevend langs de Dender rijd ik Geraardsbergen binnen en eindig op Provinciaal Domein De Gavers. Ik heb een goede dag achter de rug.
Kilometers 173
Hoogtemeters 1002
Langs het kanaal van Saint Quentin |
Vervolgens door een glooiend landschap langs de bron van de Schelde en door de vallei van de Schelde. Prachtig fietsgebied.
De Schelde, na een kilometer of 10 |
Cambrai op de zondagochtend |
Liever een windmolen in de achtertuin |
Grenswachter bij Brunehaut |
En ik ben in België bij Brunehaut. Geen Kemmelberg, maar een weg met de typische Belgische betonplaten. Al snel heb ik het jaagpad naar Tournai te pakken. Heerlijk vlak weer. Waar blijven die Ardennen. Van mij hoeven ze niet te komen.
Lekker fietspad langs het kanaal naar Tournai (Doornik) |
Tournai |
Na Tournai begint het te glooien, ik kijk dat zo eens aan en moet er eigenlijk binnensmonds om lachen. Dit is geen uitdaging meer. Ok, het gaat even langzamer heuvelop, maar zwaar is het niet.
Uiteindelijk beland ik in Lesinnes, de laatste franstalige plaats. Zoevend langs de Dender rijd ik Geraardsbergen binnen en eindig op Provinciaal Domein De Gavers. Ik heb een goede dag achter de rug.
Kilometers 173
Hoogtemeters 1002
vrijdag 21 augustus 2015
Dag 17 - De terugreis - Sainte Genevieve - Saint Quentin
Zo nu en dan werd ik even wakker, de hele nacht regende het. Een gestaag gedruppel op de tent. Ook toen het licht werd bleef het regenen. Kan ik inpakken en verder fietsen? Rond 9 uur, in een moment van grote moed, besloot ik dat het genoeg was en dat ik op zou staan. En vanaf het moment dat ik buiten was werd het droog. Nog even wat eten, inpakken en wegwezen. Om 2 minuten over half tien reed ik weg. En eigenlijk werd het een weinig enerverende dag. Alles was dicht vanwege Maria Hemelvaart en iedereen leek uit te slapen en thuis te blijven, de wegen waren stil (ook een voordeel), de luiken van de huizen waren dicht. De stadjes vond ik nog steeds armoedig.
Armoedige stadjes |
Lege straten |
Wat ik goed vind aan de route van de Europafietsers is dat er regelmatig een stadje wordt aangedaan. Heel geschikt om inkopen te doen, maar niet vandaag. Maar ik had mazzel, de kebabzaak van Estree Saint Denis bleek open. Hier kon ik frisdrank tanken en wat eten.
Het was zo rond deze tijd dat er zich een vervelend euvel begon voor te doen, of misschien eigenlijk wel twee.
- De Perfect Moiree linksvoor begon te hobbelen, een soort van hoogteslag. Ik zag niets aan de band, maar irritant was het wel. Nu had ik dit laatst ook gehad en toen bleek een voorbode van slijtage. Ik heb de druk een beetje van de band afgehaald.
- De linker voordemper begon ook steeds meer geluid te maken. Van die rollende balletjes.
Ineens was er, in het dal, toch een wat grotere stad. Vanuit de verte zag ik van die lelijke Franse betonnen wooncomplexen, maar toen ik de stad Venette binnenreed zag het er allemaal mooi uit, terrassen, luxere hotels en ik reed langs de Oise en stak hem over. Even verderop werd het de Aisne. Een fietspad leidde mij langs de rivier en even verderop begon de industriële zone met DSM, Colgate en Palmolive. Ik verliet de stad en dat bleek ineens Compiegne te zijn. Het weer bleef over het algemeen droog, met een enkel buitje.
Het landschap werd vlakker, soms waren er zelfs stukken fietsroute, waar ik natuurlijk niemand op tegenkwam. En dan zo in de loop van de middag gaat het weer een beetje spoken in het hoofd. Waar ga ik de komende nacht overnachten. Ik wilde in ieder geval naar een camping.
Een van de passages van de Oise |
Ik realiseerde mij ineens dat de route via Cambrai zou rijden, misschien was dat een doel. Een telefoontje met het thuisfront haalde mij uit de waan, dat waren nog teveel kilometers. Uiteindelijk bleek ik in Saint Quentin langs een camping te rijden. Ik was nog vroeg, had nog wel even doorgekund, maar besloot het hierbij te laten.
Canal de Saint Quentin |
Elektriciteit op de batterijen op te laden bleek hier een probleem. Dat kon eigenlijk niet, maar inmiddels ken ik de truc. Zet je tent in de buurt van tenten en caravans die elektriciteit gebruiken en vraag daar of je even een kunt inpluggen. Leer je ook meteen wat mensen kennen. Van een Engels stel kreeg ik nog een fles 7-Up, mooi, die kon ik morgen weer gebruiken. Verder kreeg ik twee plakken zelf gebakken cake van ze, gevuld met rozijnen etc. Super goed voor onderweg.
Camping Municipal |
Omdat ik wat vroeger op de camping was, had ik ook de mogelijkheid om de Perfect Moiree nog eens even goed te bekijken. Het karkas van de band bleek inderdaad bijna door. Nu had ik laatst een foto gezien, ik geloof van Peter de Rond, dat hij dit probleem ook bij zijn band had en er een stuk klittenband in had gedaan. Nu had ik nog een prachtig stuk van Wim Schermer bij mij. De zachte kant, en superlijm erin. Deze heb ik er maar even ingeplakt, in de hoop dat de band het nog even zou uithouden en ik mijn 'thuiskomertje' niet hoefde te gebruiken. Dat de band tien minuten later plat stond snap ik nog steeds niet, maar dat gaatje was zo weer gedicht.
De linker voordemper laat ik nog maar even kreunen.
Iets later kwamen Wim en Lydia (grijze tentje met de fietsen). 's Avonds gezellig nagekletst. Wim bleek 200 meter van mij vandaag gewoond te hebben op het Zaaneiland. Waren er met 1 dag verschil naartoe verhuisd. Ik had weer het gevoel van rust in mijn lijf. Ik zou het wel halen, misschien met een dag vertraging, maar ik had er weer vertrouwen in.
Afstand: 140 kilometer
Hoogtemeters: 825
donderdag 20 augustus 2015
Dag 16 - De terugreis - Cormeilles - Sainte Genevieve
Met de terugreis was ik al enkele dagen bezig. Mijn doel was om de Santiago de Compostela route van de Europafietsers ten noord-westen van Parijs op te pakken. Tot daar mocht ik zelf de route bedenken. Via een kaart ontdekte ik uiteindelijk twee 'voie vertes' op het eerste deel van mijn route,
Aan de overkant kon ik meteen de volgende fietsroute alweer oppakken. Ik besloot hem niet af te rijden tot Gisors, want dan zou ik wel erg ver van de SdC route afblijven, dus via het toeristische stadje Magny en Vexin in oostelijke richting. Daar kon ik ook wat boodschappen doen. Eigenlijk was ik die dag alleen nog maar in oostelijke richting gereden. Vanaf Magny langs het mooie plaatsje Serans kwam ik in het dorpje Lierville. Een fikse bui stond me te wachten en ik besloot te gaan schuilen in de kerk.
Er stond een mevrouw en zij heette mij vriendelijk welkom, ondanks mijn stinkende kleren. Zij stond klaar met een stapel enveloppen en binnen de kortste keren liep de kerk helemaal vol. Natuurlijk kon ik schuilen, ik kreeg ook meteen het programma van de dienst. Een dienst op vrijdagavond? Ja, het was de avond voor Maria Hemelvaart. Bij het begin van de dienst was het droog geworden en ik ging verder. Ik had nog niet genoeg gereden. Dus verder, iets verder naar het oosten pikte ik eindelijk de track op, die mij naar Haarlem zou moeten leiden. Het was inmiddels avond aan het worden, het weer werd minder en er was niet veel. Campings, alleen op grote afstand, hotels, niet te vinden of gesloten. Ik kwam door kleine, armoedige en verloederde plattelandsstadjes. Ze nodigden niet uit. Ik werd al wat wanhopig en was moe. Voelde me ongelukkig. waar was ik aan begonnen? Waarom wilde ik dit, haal me maar op. Ik doe dit nooit meer! Uiteindelijk bij een huis aangebeld. Ik mocht ernaast kamperen. De tent stond nog niet of het begon te regenen, de hele nacht door. Ik ben gaan slapen en heb mijn gastheer niet meer gezien.
De eerste 180 kilometer gereden, maar nauwelijks opgeschoten richting het noorden.
1229 hoogtemeters.
- De voie verte van Le Bec Hellouin naar Evreux, over ongeveer 45 kilometer.
- De voie verte van Gasny naar Gisors over ongeveer 25 kilometer.
voie vertes |
De vondst van de voie vertes zorgde ervoor dat ik er vertrouwen in kreeg. Lange, autoluwe, min of meer vlakke wegen.
Het vertrek was veelbelovend. De eerste 20 kilometer zaten er binnen drie kwartier op, en in Le Bec kon ik de fietsroute oppakken. Prima asfalt, vrijwel geen andere fietsers, maar wel 30 kilometer vals plat. Het fietspad is Noord-Koreaans. Overal aanduidingen, poortjes pijltjes en paaltjes maar geen fietsers. Prachtige investeringen, die nauwelijks gebruikt worden.
Op een gegeven moment was het fietspad opzettelijk geblokkeerd met boomstammen, ik kon ze weghalen. Mogelijk was dit een lokaal protest, want niet iedereen in even blij met deze toeristische infrastructuur. Hij bedreigt namelijk de jacht. Halverwege naar Evreux, in Le Neubourg, is het Office du Tourisme gevestigd in een oud station. Tegen de dame achter de balie gaf ik aan dat het wat mij betreft wel de 'Route de Millefeuille' mocht heten, dit kan je vertalen als 'duizend bladeren', maar betekent 'bladerdeeg'. Ze keek mij onbegrijpend aan, maar het leek echt of de herfst vroeg was ingevallen.
Route de Millefeuille |
In Evreux reed ik even verkeerd, maar al snel was ik op weg naar Vernon, waar ik de Seine weer wilde oversteken. Licht glooiend landschap, allemaal prima te doen.
Brug over de Seine. |
Nabij Serans |
Er stond een mevrouw en zij heette mij vriendelijk welkom, ondanks mijn stinkende kleren. Zij stond klaar met een stapel enveloppen en binnen de kortste keren liep de kerk helemaal vol. Natuurlijk kon ik schuilen, ik kreeg ook meteen het programma van de dienst. Een dienst op vrijdagavond? Ja, het was de avond voor Maria Hemelvaart. Bij het begin van de dienst was het droog geworden en ik ging verder. Ik had nog niet genoeg gereden. Dus verder, iets verder naar het oosten pikte ik eindelijk de track op, die mij naar Haarlem zou moeten leiden. Het was inmiddels avond aan het worden, het weer werd minder en er was niet veel. Campings, alleen op grote afstand, hotels, niet te vinden of gesloten. Ik kwam door kleine, armoedige en verloederde plattelandsstadjes. Ze nodigden niet uit. Ik werd al wat wanhopig en was moe. Voelde me ongelukkig. waar was ik aan begonnen? Waarom wilde ik dit, haal me maar op. Ik doe dit nooit meer! Uiteindelijk bij een huis aangebeld. Ik mocht ernaast kamperen. De tent stond nog niet of het begon te regenen, de hele nacht door. Ik ben gaan slapen en heb mijn gastheer niet meer gezien.
De eerste 180 kilometer gereden, maar nauwelijks opgeschoten richting het noorden.
1229 hoogtemeters.
woensdag 19 augustus 2015
Dag 12 Yport - Cormeilles
Het was heerlijk daar op de camping boven zee. Mooie uitzichten en goed weer. Maar er werd een weeromslag verwacht en dan sta je niet zo lekker boven op de rots. Dus een stukje het binnenland in. Het werd Cormeilles omdat we daar een leuke camping vonden en de afstand behapbaar was. Ik vertrok laat, zo rond 11 uur. Het zou ongeveer 110 kilometer zijn, en er hoefde niet zoveel meegesleept te worden over de heuvels. Het nadeel is wel dat je al snel het idee hebt dat het laat is. Je rijdt een paar uur en het is al aardig in de middag.
Ik overwoog de route van Jan Goddemaer te volgen. Ik had zijn routes gemaild gekregen en een ander tip van hem was eerder ook goed van pas gekomen. Hij had namelijk aangegeven dat er een grote fietsafdeling was in de Intersport, want de rubberen ring was weer van mijn voordemper af. Het bleek te liggen op een groot winkelcentrum aan de rand van Fecamp, maar uiteindelijk in een nabijgelegen bouwmarkt beland en geslaagd.
Ik stapte al snel van het idee af zijn route langs de kust te volgen. Zijn route kwam vanaf een onverharde weg, en toen besloot ik toch maar de 'veloroute de littoral' verder te volgen. Een goede route, goede wegen, en wat minder geaccidenteerd terrein dan op het eerste deel. Bovendien wordt deze route met bordjes in het landschap aangegeven. Vaak uitzicht op zee. Eerst naar Etretat, een toeristische plaats met de bijzondere rotsen. Er is hier veel geschilderd door impressionisten.
Verder op weg naar Le Havre, een 50 kilometer op de fiets.
Op elke paar 100 meter een bunker van de ''Atlantikwall' met strategisch uitzicht op zee.
Bij Le Havre zijn de krijtrotsen voorbij en daalde ik af naar de Seine monding. Het doel was om de fameuze 'Pont de Normandie' te nemen. Hier kwam de route van Jan weer goed van pas. Soepeltjes zoefde ik door de stad. De fietspaden grotendeels negerend om het wandelend publiek niet voor de sokken te rijden en bovendien kon ik, wegens de afdaling, gemakkelijk met de rest van het verkeer mee.
En dan verder, richting de brug. De blog van Jan en anderen hadden mij wel wat huiverig gemaakt. Slechte of afwezige fietspaden door het havengebied maakten de tocht daar geen pretje. En dat bleek inderdaad zo. Sommige stukken moesten op drukke wegen met veel vrachtverkeer gereden worden. Er was ook nog een mooi stuk fietspad, maar toen ik daar even pauzeerde werd ik bijna van het fietspad gereden door een stel auto's met mensen die even verderop gingen chillen. Weer iets verder, op een heel slecht stuk fietspad, kwam ik een paar vakantiefietsers uit de tegengestelde richting tegen. Ze keken zeer bedenkelijk, en de twijfel begon toe te slaan. Is dit wel zo'n goede keus. Je leven in de waagschaal stellen om een brug over te rijden. Maar ja, zoveel anderen hebben het eerder gedaan. Een bocht naar rechts, langs de tolpoorten en daar lag hij. Het is indrukwekkend de brug voor je op te zien rijzen. De toegangsstrook was gelukkig redelijk breed.
Bij de oprit van de brug werd de strook meteen een stuk smaller. Maar automobilisten werden wel gewaarschuwd voor fietsers op de brug en er bleef voor mijn gevoel genoeg ruimte tussen de auto's en 'De Bak'. Spiegels om alles achter je in de gaten te houden zijn zo fijn in dit soort situaties.
Volgens Jan kon je niet uitstappen op de brug, en hij had gelijk gehad als er geen werkzaamheden op de brug waren. Op het hoogste punt was er een rijstrook minder beschikbaar en in principe was de gehele fietsstrook afgesloten. Dus ik zou op de enige nog overgebleven rijstrook moeten. Maar er werd helemaal niet gewerkt, dus ik had een hele rijbaan voor mijzelf om af te dalen. Ik heb nog nooit zo hard met 'De Bak' gereden als op de 'Pont de Normandie', 75 kilometer per uur, en tot mijn verbazing had ik harder gedurfd als ik had geweten dat de rijbaan helemaal vrij was geweest. Hierna meteen door naar het schattige, maar zeer toeristische Honfleur. Ze zeggen dat er meer toeristen naar deze plaats komen dan naar 'Mont Saint Michel'. Toen ik een foto wilde maken stonden er zoveel mensen om mij heen dat ik het verder maar gelaten heb. Een paar dagen later zijn we er alsnog naartoe gegaan.
De laatste 40 kilometer naar het onverwacht mooie Cormeilles verliepen zonder bijzonderheden. Een glooiend landschap, waar prima te fietsen valt.
Afstand: 110 kilometer
Ik overwoog de route van Jan Goddemaer te volgen. Ik had zijn routes gemaild gekregen en een ander tip van hem was eerder ook goed van pas gekomen. Hij had namelijk aangegeven dat er een grote fietsafdeling was in de Intersport, want de rubberen ring was weer van mijn voordemper af. Het bleek te liggen op een groot winkelcentrum aan de rand van Fecamp, maar uiteindelijk in een nabijgelegen bouwmarkt beland en geslaagd.
Ik stapte al snel van het idee af zijn route langs de kust te volgen. Zijn route kwam vanaf een onverharde weg, en toen besloot ik toch maar de 'veloroute de littoral' verder te volgen. Een goede route, goede wegen, en wat minder geaccidenteerd terrein dan op het eerste deel. Bovendien wordt deze route met bordjes in het landschap aangegeven. Vaak uitzicht op zee. Eerst naar Etretat, een toeristische plaats met de bijzondere rotsen. Er is hier veel geschilderd door impressionisten.
Dit is een andere rots dan hierboven en deze staat ook nog, Monet? |
Vuurtoren van Cap d'Antifer |
Overal 'keienhuizen', langs de Cote d'Albatre |
Op elke paar 100 meter een bunker van de ''Atlantikwall' met strategisch uitzicht op zee.
Bij Le Havre zijn de krijtrotsen voorbij en daalde ik af naar de Seine monding. Het doel was om de fameuze 'Pont de Normandie' te nemen. Hier kwam de route van Jan weer goed van pas. Soepeltjes zoefde ik door de stad. De fietspaden grotendeels negerend om het wandelend publiek niet voor de sokken te rijden en bovendien kon ik, wegens de afdaling, gemakkelijk met de rest van het verkeer mee.
Zicht op Le Havre |
Bij de oprit van de brug werd de strook meteen een stuk smaller. Maar automobilisten werden wel gewaarschuwd voor fietsers op de brug en er bleef voor mijn gevoel genoeg ruimte tussen de auto's en 'De Bak'. Spiegels om alles achter je in de gaten te houden zijn zo fijn in dit soort situaties.
Volgens Jan kon je niet uitstappen op de brug, en hij had gelijk gehad als er geen werkzaamheden op de brug waren. Op het hoogste punt was er een rijstrook minder beschikbaar en in principe was de gehele fietsstrook afgesloten. Dus ik zou op de enige nog overgebleven rijstrook moeten. Maar er werd helemaal niet gewerkt, dus ik had een hele rijbaan voor mijzelf om af te dalen. Ik heb nog nooit zo hard met 'De Bak' gereden als op de 'Pont de Normandie', 75 kilometer per uur, en tot mijn verbazing had ik harder gedurfd als ik had geweten dat de rijbaan helemaal vrij was geweest. Hierna meteen door naar het schattige, maar zeer toeristische Honfleur. Ze zeggen dat er meer toeristen naar deze plaats komen dan naar 'Mont Saint Michel'. Toen ik een foto wilde maken stonden er zoveel mensen om mij heen dat ik het verder maar gelaten heb. Een paar dagen later zijn we er alsnog naartoe gegaan.
De laatste 40 kilometer naar het onverwacht mooie Cormeilles verliepen zonder bijzonderheden. Een glooiend landschap, waar prima te fietsen valt.
Cormeilles |
Route Yport - Cormeilles |
De Pont de Normandie lag op 70 kilometer en is ongeveer 60 meter hoog. |
Hoogtemeters: 915
dinsdag 18 augustus 2015
Toeval op reis
Tijdens mijn reis naar en door Frankrijk hebben er op mijn reis weer een aantal toevalligheden voorgedaan, of in ieder geval een paar gebeurtenissen die ik bijzonder vond.
Ik schreef eerder al over Sylvana, die ik vlak voor Ieper tegenkwam met zoon. Wij bleken jaren via de mail gecommuniceerd te hebben. Zij werkte echter in Griekenland en ik in Amsterdam. Zij was met de fietsbus naar Tours gereden en fietste terug met haar zoon naar Nederland.
Ook bijzonder vond ik de ontmoeting met de Franse wereldreiziger/fietser. Hij was inmiddels vier jaar onderweg en dit was zijn laatste dag. Hij zou die dag voor het eerst zijn familie weer zien. Hij had nog nooit een velomobiel gezien, maar volgens mij was zijn fiets inclusief bepakking zwaarder dan die van mij.
Aan de kust, op een dagtripje kwam ik Joan tegen. Eigenlijk had ik niet zoveel zin om te fietsen, maar ging toch. Joan kwam uit tegengestelde richting en draaide om toen ik net weer een heuvel begon te beklimmen. Ik had eigenlijk ook niet zoveel zin om te praten, maar zij gaf aan ook een velomobiel gehad te hebben en toen was mijn interesse gewekt. Zij bleek de partner van Dirk-Jan Hoek. Via hem heb ik het verschijnsel velomobiel leren kennen. Ik kwam hem regelmatig tegen op de pont en ik was geïnteresseerd. Uiteindelijk is de ontmoeting met Dirk-Jan mede de aanleiding geweest om een velomobiel te kopen. Zij was op vakantie geweest met Dirk-Jan en ging, via een omweg, fietsend naar huis.
Een paar dagen later, aan de kust bij Etretat, kreeg ik op een krijtrots een visioen. Het visioen was zo helder dat ik het zelfs op de foto kon zetten. Wat moet ik hiermee? Wat wil dit zeggen?
In Saint-Quentin kwam ik Wim en Lydia tegen uit Bennekom. Zij fietsten de frontlijn route. Wim bleek 25 jaar in Zaandam gewoond te hebben, waaronder ook een paar jaar op het Zaaneiland waar ik woon. Hij vertelde mij dat hij de verhuisdatum gemakkelijk konden onthouden, aangezien dat op 9/11 was. Dat was de dag dat wij onze spullen aan het inpakken waren. Wij zijn een dag later naar het Zaaneiland verhuisd en we woonden dus 200 meter van elkaar af.
In Saint-Quentin kwam ik Wim en Lydia tegen uit Bennekom. Zij fietsten de frontlijn route. Wim bleek 25 jaar in Zaandam gewoond te hebben, waaronder ook een paar jaar op het Zaaneiland waar ik woon. Hij vertelde mij dat hij de verhuisdatum gemakkelijk konden onthouden, aangezien dat op 9/11 was. Dat was de dag dat wij onze spullen aan het inpakken waren. Wij zijn een dag later naar het Zaaneiland verhuisd en we woonden dus 200 meter van elkaar af.
woensdag 5 augustus 2015
Dag 3 - op weg naar Frankrijk
Hoe langer je rijdt, hoe later je opstaat. Bij mij speelt dat na een paar dagen al. Vanmorgen om half 10 weer op stap. Voor vertrek nog even een hand talkpoeder in de broek tegen de 'luieruitslag'. Eerst terug naar Hesdin en meteen de heuvel op. Halverwege de helling stond een restaurant, 'le repos du cote', gewoon nog maar even door. Even later reed ik een plattelandsplaatsjes in. Het circus had zijn tent hier op gesteld. Een oude citroen met toeter liet een vrolijk deuntje horen en ondertussen schreeuwde de speaker over 'le grand spectacle des animeaux', komt het zien, kont het zien. Dit is het Frankrijk zoals ik het mij herinner uit mijn jeugd. Terwijl ik alweer de volgende helling opploeterde stond daar ineens een eenzame fietser mij op te wachten. Zwaar beladen, veel zwaarder dan ik. Het bleek zijn laatste dag van een 4 jaar durende wereldreis te zijn. Hij had twee jaar de wereld rondgereisd en reed inmiddels al twee jaar op de fiets door Europa. Maar zo'n masjien had hij nog nooit gezien. Vandaag zou hij zijn familie weer ontmoeten.
Ineens was daar een plaats met de toevoeging 'sur mer'. Ik was aan de kust aangekomen bij de monding van de Somme. Vanaf hier zou ik de kust gaan volgen in zuidelijke richting. Hoe zou het gaan? Het eerste stuk viel niet tegen, maar de hellingen werden snel steiler. Ik besloot mijn eigen route te verlaten en de 'veloroute du littoral' te gaan volgen nadat ik een paar keer over onverharde stukken was gejaagd. De veloroute staat aangegeven met bordjes en is dus gemakkelijk te volgen. De route gaat op en neer en is zwaar. De hellingen zijn niet lang, maar wel steil en even een lekker stuk rijden op het plateau is er vaak niet bij. Je bent blij als je boven bent, maar dan mag je alweer bijna naar beneden. De gemiddelde snelheid ligt laag. De 15 kilometer per uur haal ik net aan. In de loop van de middag kom ik in Dieppe, een alleraardigst stadje en daar moest maar eens even gegeten worden. Na het ontbijt had ik nauwelijks iets gegeten. Ik bestelde een omelet, maar kreeg hem nauwelijks op. Verder maar weer en hè, zie ik daar een velomobiel op de boulevard? Daar staat een Leitra, waarschijnlijk meer dan 20 jaar oud. Natuurlijk gestopt. De eigenaresse was door Engeland gefietst en ging nu richting België. De fiets was wel elektrisch ondersteund. Over ondersteuning gesproken, wil je een velomobiel hier praktisch kunnen gebruiken, dan is het hier heen schande om ondersteuning te hebben.
Dieppe uit, mijn god wat een helling. Dit is toch een fietsroute? Het is 6 uur en ik moet nog zo ver. Prachtige huizen kijken uit over de kliffen, het is hier prachtig, maar het fietst zwaar.
Graag een paar kilometer vlak, smeek ik. Mijn gebed wordt niet verhoord. Geleidelijk naar beneden dan, ook dat gebed vindt geen weerklank. Als ik een steile helling afdender ben ik blij dat ik niet in tegenovergestelde richting fiets. Ik ga zingen, dat is een goed teken, ik ben ontspannen en voel me goed, al ben ik al de hele dag in touw. Hetzelfde liedje herhaal ik eindeloos. Rechts regelmatig de zee, die voor een beetje verkoeling zorgt. Fecamp 35 kilometer, en dan nog een paar naar Yport, 38 nog. Graag een paar vlakke kilometers, en zowaar ik blijf even boven rijden. Misschien kan ik er tussen 10 en half 11 zijn. Ik trap stug door. In de verte zie ik 5 windmolens, zou dat Fecamp zijn? Nog 12 kilometer, ongeveer 3 kwartier. Het begint te schemeren. En dan passeer ik de windmolens en kan ik aan de afdaling beginnen. Ik zie de kliffen, de stad en in de verte Yport, mijn doel voor de dag. Nog even de stad door, maar ik durf de steile helling van de veloroute niet af, ik rij maar even om. Beneden blijkt de brug afgesloten, omrijden. Half 11 ga ik niet halen. Aan het einde van de boulevard moet ik omhoog. Niet normaal zo steil, zijn ze helemaal gek geworden. Dan maar de hoofdroute nemen. In het donker, geen lantaarnpalen, maar met mijn verlichting en alarmlichten kruip ik naar boven. Nog een paar kilometer. Om half twaalf arriveer ik. Ik voel me fit, en trots, ik heb het gehaald. Daar heb ik overigens nooit aan getwijfeld.
Gereden 194 kilometer.
Ineens was daar een plaats met de toevoeging 'sur mer'. Ik was aan de kust aangekomen bij de monding van de Somme. Vanaf hier zou ik de kust gaan volgen in zuidelijke richting. Hoe zou het gaan? Het eerste stuk viel niet tegen, maar de hellingen werden snel steiler. Ik besloot mijn eigen route te verlaten en de 'veloroute du littoral' te gaan volgen nadat ik een paar keer over onverharde stukken was gejaagd. De veloroute staat aangegeven met bordjes en is dus gemakkelijk te volgen. De route gaat op en neer en is zwaar. De hellingen zijn niet lang, maar wel steil en even een lekker stuk rijden op het plateau is er vaak niet bij. Je bent blij als je boven bent, maar dan mag je alweer bijna naar beneden. De gemiddelde snelheid ligt laag. De 15 kilometer per uur haal ik net aan. In de loop van de middag kom ik in Dieppe, een alleraardigst stadje en daar moest maar eens even gegeten worden. Na het ontbijt had ik nauwelijks iets gegeten. Ik bestelde een omelet, maar kreeg hem nauwelijks op. Verder maar weer en hè, zie ik daar een velomobiel op de boulevard? Daar staat een Leitra, waarschijnlijk meer dan 20 jaar oud. Natuurlijk gestopt. De eigenaresse was door Engeland gefietst en ging nu richting België. De fiets was wel elektrisch ondersteund. Over ondersteuning gesproken, wil je een velomobiel hier praktisch kunnen gebruiken, dan is het hier heen schande om ondersteuning te hebben.
Dieppe uit, mijn god wat een helling. Dit is toch een fietsroute? Het is 6 uur en ik moet nog zo ver. Prachtige huizen kijken uit over de kliffen, het is hier prachtig, maar het fietst zwaar.
Graag een paar kilometer vlak, smeek ik. Mijn gebed wordt niet verhoord. Geleidelijk naar beneden dan, ook dat gebed vindt geen weerklank. Als ik een steile helling afdender ben ik blij dat ik niet in tegenovergestelde richting fiets. Ik ga zingen, dat is een goed teken, ik ben ontspannen en voel me goed, al ben ik al de hele dag in touw. Hetzelfde liedje herhaal ik eindeloos. Rechts regelmatig de zee, die voor een beetje verkoeling zorgt. Fecamp 35 kilometer, en dan nog een paar naar Yport, 38 nog. Graag een paar vlakke kilometers, en zowaar ik blijf even boven rijden. Misschien kan ik er tussen 10 en half 11 zijn. Ik trap stug door. In de verte zie ik 5 windmolens, zou dat Fecamp zijn? Nog 12 kilometer, ongeveer 3 kwartier. Het begint te schemeren. En dan passeer ik de windmolens en kan ik aan de afdaling beginnen. Ik zie de kliffen, de stad en in de verte Yport, mijn doel voor de dag. Nog even de stad door, maar ik durf de steile helling van de veloroute niet af, ik rij maar even om. Beneden blijkt de brug afgesloten, omrijden. Half 11 ga ik niet halen. Aan het einde van de boulevard moet ik omhoog. Niet normaal zo steil, zijn ze helemaal gek geworden. Dan maar de hoofdroute nemen. In het donker, geen lantaarnpalen, maar met mijn verlichting en alarmlichten kruip ik naar boven. Nog een paar kilometer. Om half twaalf arriveer ik. Ik voel me fit, en trots, ik heb het gehaald. Daar heb ik overigens nooit aan getwijfeld.
Gereden 194 kilometer.
dinsdag 4 augustus 2015
Dag 2 - op weg naar Frankrijk
Het licht wekt me en de zo'n schijnt. Geen strakblauwe lucht, maar de hele dag de koperen ploert boven mij is ook niet nodig. Het is aangenaam. Om kwart voor 9 trap ik af, maar na een minuut sta ik alweer stil. Het achterwiel loopt weer aan van de bagage. Alles een beetje verlegd en ik kan verder. Eerst naar het oude stadje Sluis. Daar even draaien en keren en de track door België opgezocht. Langs de Dammervaart en als je langs de plaats Scheurgat rijdt weet je dat je in België bent. De route is druk met fietsers, het is er ook mooi. Damme lijkt een heel mooi stadje, maar ik rij door naar Brugge. Dwars door deze mooie stad. Het is bijzonder dat je van het platteland binnen de kortste keren in het centrum van een middeleeuwse stad inrijdt. Na Brugge volgde ik de knooppuntenroute verder richting Ieper. Al snel begon het heel lichtjes te glooien. Ik was echt positief verrast door de route. Door een uitgestrekt bos, langs kasteel Aerdrijck en langs allemaal plaatsjes waarvan ik de naam alweer snel vergeten ben. Naast de Vennbahn blijken er meerdere oude spoortrajecten in België tot fietspad omgetoverd. Heel plezierig, want het is autovrij, maar helaas wel elke paar honderd meter een stopbord, waar voorheen een spoorwegovergang was. Op deze route kwam ik een vrouw met zoon tegen. Zij had de fietsbus genomen naar Tours en reed nu met haar zoon terug. En we bleken elkaar te kennen uit de tijd dat ik bij Cycletours werkte, zo'n 15 jaar gelden. Toen mailden (of faxden?) we regelmatig, want zij zat voor Cycletours in Griekenland. We hadden elkaar nooit eerder ontmoet, maar kenden wel elkaars namen. Iets verder lag Ieper. De stad die gegeseld is geweest door de eerste Wereldoorlog. Ik arriveerde wat later als dat ik had gewild en er moest even gegeten worden. En weer verder, door de gemeente Heuvelland naar Frankrijk. De eerste echte heuvel, de Kemmelberg, deed me meteen afvragen of ik ooit wel aan zou komen. Wat was dat zwaar, en dan rij je maar naar nog geen 100 meter hoogte. De afdaling ging meteen Frankrijk in. Bailleul, een alleraardigst stadje, met veel leven op straat. Het bleek later een van de weinige leuke stadjes te zijn. De volgende plaatsjes waren vaak grauw en er was geen leven op straat, maar het landschap was wel vlakker. Ik kon weer kilometers maken. De Kemmelberg bleek een oprisping te zijn in een verder voornamelijk vlak land. Maar een dertig kilometer, nadat ik bij Saint-Venant de Leie was overgestoken begonnen de glooiingen opnieuw. Ik kreeg nog een fles water van een oud vrouwtje die nog nooit zo'n masjien had gezien. De plastic fles kraakte in de fiets. De weg liep omhoog, tot bijna 200 meter hoogte. Daarna de afdaling naar de rivier de Ternoise. Ik had nog niet ver genoeg gereden, maar het werd al later. Een campingbordje langs de weg verleidde mij even, maar ik moest nog verder. Nog zeker 20 kilometer. Mijn kilometerteller moest minimaal op 33098 komen te staan, dan had ik namelijk 1000 kilometer gereden deze maand. Bovendien had ik dan vandaag 182 kilometer gereden, wat een acceptabele afstand was. Bij Hesdin keek ik op mijn GPS, waar is de camping? Net toen ik besloten had nog even door te rijden ontwaarde ik een bordje naar links. De verkeerde kant op, hoe ver? Buurtbewoners zeiden 3 kilometer, het zullen er wel 5 zijn dacht ik. Het bleken er 2. Op de camping werd ik onthaald in de bar, 4 vrouwen en een man. Volgens de beschonken man moesten het voor mij voldoende vrouwen zijn. Gelach alom. Tijdens mijn rit de camping op passeerde ik de 33098, dat had ik gehaald. Op een ruime plek kon ik mijn tent opzetten en alles weer opladen. Die avond had ik veel bezoek. Niemand had nog ooit zo'n masjien gezien.
Totaal gereden vandaag: 183 kilometer.
Totaal gereden vandaag: 183 kilometer.
zondag 2 augustus 2015
Dag 1 - op weg naar Frankrijk
Helaas worden dit berichten zonder de gebruikelijke foto's, die volgen later.
Inmiddels zit ik heerlijk op een klif aan de Normandische kust. Tijd om de verhalen te schrijven.
De wekker gaat, het is kwart over 5. Ik draai mij nogmaals om. Had ik de afgelopen veel zin om te gaan, nu maakte zich even enige spanning van mij meester. Er toch maar uit, douchen en ontbijten en de fiets inpakken. En dan gaat alles snel. Om tien over half 7 trek ik de deur achter mij dicht en ben op weg. De weersverwachting was helaas wat in negatieve zin bijgesteld. Een eerder verwachte droge dag was inmiddels verworden tot een dag met vele buien in de verwachting, met name in het zuidwesten.
De eerste kilometers vlogen voorbij, maar na een kilometer of 15 had ik toch de eerste stop te pakken. De eerste plensbui kwam naar beneden zetten, en ik had nog geen zin om nat te worden. Maar even later zoefde ik weer voort via Hoofddorp naar Leiden, langs Zoetermeer en door Delft, op weg naar Maassluis, waar het veer mij de Nieuwe Waterweg over zou zetten. De route liep langs een schilderachtige vaart, maar helaas was de ketting van het zelfbediening pontje kapot en moest er even omgereden worden. Tot zover was de regen mij verder bespaard gebleven, maar hier gingen de hemelsluizen open. Onder dik gebladerte kon ik even schuilen, maar dat begon al snel te lekken. En weer even verder, en weer schuilen. Uiteindelijk de pont. Een mevrouw vroeg mij hoe ik reed. Ik ging linksaf na de pont, waarna zij een wedstrijdje wilde met haar elektrische Flyer. Nou, ze doet maar. Een kilometer verderop stond ik weer stil, voor de volgende hoosbui. Dat schoot dus niet op. Niet veel verder hoorde ik een ernstig gekraak achterin en het trappen ging zwaar. Het achterwiel liep aan. De grote hoeveelheid bagage zorgde ervoor dat de wielkast tegen het wiel aanliep, en er zit inmiddels een gat in. Mmm, weer wat geleerd. Iets verder, op een kruispunt van wegen stond iemand wanhopig te frommelen met een papieren kaart. Het bleek een Schot te zijn, op fietsvakantie in Nederland. Hij was die ochtend begonnen in Rotterdam en op zoek naar Hellevoetsluis. Ik heb hem op weg geholpen, maar denk dat hij niet veel verder komt met een autokaart van 1:400.000. Zijn 'map is crap'. Voor Schotland zou het trouwens mogelijk wel voldoende geweest zijn, want daar zijn buiten de grotere steden maar weinig wegen. Ook kwam ik een jong stel tegen. De eerste keer op de Haringvlietdam. Zij met twee vormeloze plastic zakken die scheef op haar bagagedrager hingen, hij met canvastassen. Ik zoefde ze voorbij. In Goedereede begon het weer te stortregenen. Nu maar eens even een eetcafé in. Even verderop kwam ik het jonge stel weer tegen. Ze waren nu op hun derde dag onderweg naar Domburg vanuit Groningen en hadden het tot nu toe niet getroffen. Wind en regen tegen. Ik heb bewondering voor ze. Langzaam klaarde het weer wat op en reed ik via de dammen naar Vlissingen. Nadat ik het veer Vlissingen naar Breskens had genomen ben ik uiteindelijk doorgereden naar Retranchement. Waar ik overnacht heb op camping de Essenhoeve. Deze camping was door Adri aangeraden en ik kon het niet nalaten die te bezoeken.
Op de camping werd ik warm onthaald door Jan en Mia. Dit waren niet de eigenaren maar een stel vaste seizoenplaatshouders. Voordat ik de tent had staan lagen mijn spullen bij hun aan de lader, kwam er tafel en een stoel en werd het eten opgediend, soep, omelet, een toetje en een flesje wijn. Vooral Jan was fanatiek fotograaf en die fiets die moest op de foto. Op de achteloze vraag van Mia of je makkelijk in zo'n fiets stapte legde ik het haar uit, en hup zij stapte de fiets in. En Jan maar fotograferen, Mia met de duimen omhoog in De Bak. Ik was hier minder blij mee.
Totale afstand vandaag 205 kilometer.
Inmiddels zit ik heerlijk op een klif aan de Normandische kust. Tijd om de verhalen te schrijven.
De wekker gaat, het is kwart over 5. Ik draai mij nogmaals om. Had ik de afgelopen veel zin om te gaan, nu maakte zich even enige spanning van mij meester. Er toch maar uit, douchen en ontbijten en de fiets inpakken. En dan gaat alles snel. Om tien over half 7 trek ik de deur achter mij dicht en ben op weg. De weersverwachting was helaas wat in negatieve zin bijgesteld. Een eerder verwachte droge dag was inmiddels verworden tot een dag met vele buien in de verwachting, met name in het zuidwesten.
De eerste kilometers vlogen voorbij, maar na een kilometer of 15 had ik toch de eerste stop te pakken. De eerste plensbui kwam naar beneden zetten, en ik had nog geen zin om nat te worden. Maar even later zoefde ik weer voort via Hoofddorp naar Leiden, langs Zoetermeer en door Delft, op weg naar Maassluis, waar het veer mij de Nieuwe Waterweg over zou zetten. De route liep langs een schilderachtige vaart, maar helaas was de ketting van het zelfbediening pontje kapot en moest er even omgereden worden. Tot zover was de regen mij verder bespaard gebleven, maar hier gingen de hemelsluizen open. Onder dik gebladerte kon ik even schuilen, maar dat begon al snel te lekken. En weer even verder, en weer schuilen. Uiteindelijk de pont. Een mevrouw vroeg mij hoe ik reed. Ik ging linksaf na de pont, waarna zij een wedstrijdje wilde met haar elektrische Flyer. Nou, ze doet maar. Een kilometer verderop stond ik weer stil, voor de volgende hoosbui. Dat schoot dus niet op. Niet veel verder hoorde ik een ernstig gekraak achterin en het trappen ging zwaar. Het achterwiel liep aan. De grote hoeveelheid bagage zorgde ervoor dat de wielkast tegen het wiel aanliep, en er zit inmiddels een gat in. Mmm, weer wat geleerd. Iets verder, op een kruispunt van wegen stond iemand wanhopig te frommelen met een papieren kaart. Het bleek een Schot te zijn, op fietsvakantie in Nederland. Hij was die ochtend begonnen in Rotterdam en op zoek naar Hellevoetsluis. Ik heb hem op weg geholpen, maar denk dat hij niet veel verder komt met een autokaart van 1:400.000. Zijn 'map is crap'. Voor Schotland zou het trouwens mogelijk wel voldoende geweest zijn, want daar zijn buiten de grotere steden maar weinig wegen. Ook kwam ik een jong stel tegen. De eerste keer op de Haringvlietdam. Zij met twee vormeloze plastic zakken die scheef op haar bagagedrager hingen, hij met canvastassen. Ik zoefde ze voorbij. In Goedereede begon het weer te stortregenen. Nu maar eens even een eetcafé in. Even verderop kwam ik het jonge stel weer tegen. Ze waren nu op hun derde dag onderweg naar Domburg vanuit Groningen en hadden het tot nu toe niet getroffen. Wind en regen tegen. Ik heb bewondering voor ze. Langzaam klaarde het weer wat op en reed ik via de dammen naar Vlissingen. Nadat ik het veer Vlissingen naar Breskens had genomen ben ik uiteindelijk doorgereden naar Retranchement. Waar ik overnacht heb op camping de Essenhoeve. Deze camping was door Adri aangeraden en ik kon het niet nalaten die te bezoeken.
Op de camping werd ik warm onthaald door Jan en Mia. Dit waren niet de eigenaren maar een stel vaste seizoenplaatshouders. Voordat ik de tent had staan lagen mijn spullen bij hun aan de lader, kwam er tafel en een stoel en werd het eten opgediend, soep, omelet, een toetje en een flesje wijn. Vooral Jan was fanatiek fotograaf en die fiets die moest op de foto. Op de achteloze vraag van Mia of je makkelijk in zo'n fiets stapte legde ik het haar uit, en hup zij stapte de fiets in. En Jan maar fotograferen, Mia met de duimen omhoog in De Bak. Ik was hier minder blij mee.
Totale afstand vandaag 205 kilometer.