Zoals elk jaar probeer ik een weekje weg te gaan met 'De Bak'. Even een weekje de vrijheid proeven. Vorig jaar zat het er niet in, niet eens zozeer vanwege Covid, maar omdat ik nog niet hersteld was van mijn ongeval vorig jaar. Nu moest de traditie in ere worden hersteld, al was het maar in Nederland. Dus al tijden geleden vrij genomen en, tevergeefs, hopen op warmer weer. Het warmere en drogere weer is niet gekomen, maar ik ben wel op stap gegaan. Omdat ik in Nederland zou blijven moest ik toch een thema bedenken waar ik de route aan op kon hangen. Het worden de 'Friesche Elfsteden'. Ooit heb ik hem illegaal geschaatst, twee keer geroeid, en nu dan gefietst.
Vrijdag de 14e was de eerste dag. Alles moest nog worden ingepakt, want ik had het druk gehad. Maar zo groot is 'De Bak' nou ook weer niet dus hij was snel gevuld met tent, matje, slaapzak, kleding, toiletspullen en kookgerei. Rond 11 uur ging ik op stap. De eerste dag zou ik rijden naar Elburg, ongeveer 100 kilometer. Eerst de dijk gevolgd richting Rhenen.
Nog even opgefietst met een meneer uit Alphen aan de Rijn, die drie weken op fietsvakantie ging. Ook hij ging de grens niet over, maar ging de Maas volgen naar Maastricht. Zijn vrouw had geen zin in fietsvakanties, dus hij ging alleen. Goed zo! Het weer was onbestendig, de nevel hing boven de Utrechtse Heuvelrug, maar op de dijk was het droog en scheen de zon zo nu en dan. Het leek alsof ik de regen achter mij liet toen ik de Heuvelrug overstak richting Ede. Het bleef droog. Door richting Harskamp, waar al heel wat treffens geweest zijn. En daar maar eens lekker op een terras gaan zitten. Vakantie! Twee jongedames zaten naast mij. Ze vroegen of ik last had van hun gerook, maar dat had ik niet. Vervolgens wilden ze van alles weten over de fiets. Eén van de twee deed aan wielrennen, maar maximaal 60 kilometer en was onder de indruk van de fiets. Vervolgens de Veluwe over. Het mindere weer zorgt gelukkig ook voor rustig fietsverkeer op de smalle paden. Na nog een pauze in het zonnetje bij Nunspeet kwam ik al snel op de camping aan van Elburg. Natuurkampeerterrein Old Putten. De beheerder begeleidde mij naar mijn plek en moest meteen met mij op de foto. Nog steeds zijn er mensen die een velomobiel heel bijzonder vinden.
Even een rondje door het mooie Elburg. Ik kreeg het idee dat een deel nu niet meer met de fiets toegankelijk is.
Eerst maar eens naar de supermarkt; bier, wijn en natuurlijk avondeten. Een bonenschotel met wat paprika, ui, tomatensaus etc. Het smaakte heerlijk. Ik kwam hier nog een oude roeimaat tegen uit Zaandam, Andrew, even bijgekletst, heel leuk om hem te zien.
Ik was ooit eerder op deze camping geweest, maar hij viel mij nu toch tegen. Het weer was helemaal opgeklaard en de Hoogovens stonden overal verkoolde vleesdampen de lucht in te blazen. Of ik ook wilde, er waren nog heel veel hamburgers, speklappen en spare ribs over die anders de afvalbak ingingen. Verder stikte het er van de kinderen. Daar ben ik echt te oud voor, alhoewel ik nog gebadmintond heb met het zoontje van de buren. Ik voelde mij daar wel een beetje toe verplicht.
Wat wel fijn is aan deze camping is de slecht weer voorziening. Een fikse blokhut, met een grote luifel. Dat was de volgende ochtend geen luxe. Ik had de fiets net geheel ingepakt toen de hemelsluizen opengingen. Onder de luifel ontbeten, kopje thee erbij en wachten op het droge weer.
Om kwart voor 10 kon ik op pad. Vanaf Elburg eerst richting Kampen en daarna door richting Genemuiden. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat ik op de hielen gezeten werd door de regen, maar ik bleef hem voor en de buien doofden uit. Via Zwartsluis naar Belt-Schutsloot, midden in de Wieden. Daar even aan lekkerbekje verorberd Door richting Giethoorn en langs de Weerribben richting Ossenzijl en door naar Natuurkampeerterrein 'De Landerij' in Scherpenzeel (Fr). De camping was een oase van rust. Bootjes waren duidelijk het thema van deze camping, want er lagen er verschillende op het droge. Rond 4 uur arriveerde Petra. We zouden op deze camping samen kamperen. Nadat we boodschappen hadden gedaan besloten we maar een maaltijd af te halen. Op de hoek van de provinciale weg stond café 'De Veehandel', een oud, vervallen, blijkbaar monumentaal gebouw, wat naar ons gevoel op instorten stond, overal scheuren in de muren. Deze was open en we werden gelokt met het bord: Patat en Schnitzel (meer dan 200 gram): 12 Euro. De eigenaren hadden het pand vrij kort geleden overgenomen en waren eerst maar eens aan het terras begonnen ivm de corona maatregelen. Het was hun vierde opknapproject. De vrouw had dit huis al jaren op het oog en nu hadden ze het dus kunnen kopen. We wilden de maaltijd wel meenemen naar de camping. Dat bleek lastig, want ze hadden geen 'take-away' service. We kregen de borden mee.
Er is al eens eerder over dit pand geschreven op een blog.
Na het avondeten zijn we nog naar de 'Vogelkijkhut voor niet-bestaande vogels van de Rottige Meenthe' gewandeld. Een kunstproject van O.C. Hooymeier. Eén van de vogels was de 'Duitse Reiger', die halverwege de vorige eeuw veel in Nederland voorkwam en te herkennen is aan het marcheren in groepen. Tegenwoordig is het een trekvogel geworden, die je vooral in de zomer veel vindt aan de Nederlandse Kust. Zelf zagen we ook nog een niet bestaande vogel. Ik dacht een kip te zien, zie het water in sprong. Kortom, 'De Zwemkip' is geboren.
Zondag 16 mei
Vandaag zou ik de eerste van de Elfsteden oppakken. Petra had een appartement gehuurd in Harlingen en daar zou ik ook een nachtje heen.. Maar voordat ik ging rijden moest het eerst een beetje droog worden. Uiteindelijk reed ik rond een uur of 11 weg. De schuimkap opgeborgen .. voor de eerste twee kilometer, daarna begon het opnieuw te druppelen en het was koud. Bah, het landschap was ook niet bepaald fraai te noemen en ik trapte dus door richting Sloten (1), de eerste van de Friesche Elfsteden die ik zou passeren. Ten noorden van Lemmer werd het droog en ik reed heerlijk door naar Sloten. Het mooie stadje. Even een foto en verder, want het werd toch weer donker.
Het bleef nog droog tot Balk, maar daarna ging het weer helemaal los. Diep weggedoken onder mijn schuimkap reed ik verder. Letterlijk elk bushokje stond vol met fietsers. Ik reed door Gaasterland, een normaal gesproken prachtig fietsgebied, nu troosteloos. Ik kwam in Hemelum, nu meer Hemel-water-um. Richting Starum (Stavoren) (2) werd het weer droog even door het stadje heen en verder.
Langs de dijk. Er moesten binnen een paar honderd meter een paar schapenhekken worden geopend, en ik maakte mij al zorgen dat ik dat de komende uren moest doen, maar het viel gelukkig mee.
Net voor de volgende zware bui kwam ik in prachtige Hindelopen (3). Ik parkeerde mijn fiets en kon gelukkig onder een parasol op het terras zitten. Het water kwam met bakken uit de hemel. De uitbaatster maakte zich zorgen, want het regenwater dreigde het restaurant in te lopen. Een lekker soepje maakte mij weer warm.
Na Hindelopen begon het gelukkig langzamerhand droog te worden en de zon begon zelfs te schijnen. Via Workum (4), en Bolsward (5) kwam ik aan in Harlingen (6). Petra wachtte al vol ongeduld op mij. We moesten namelijk naar de beste bitterballentent van heel Nederland, en die zou om half 6 sluiten. Ruimschoots gered, met een lekker gerstennat erbij op het terras. De zon brandde ongenadig.